De liefde van Christus, hoe kun je die bevatten?

Dat door het geloof Christus zijn huis zal vinden in je hart,
dan zul je samen met alle heiligen bevatten wat de breedte, lengte, hoogte en diepte is van de liefde van Christus. (Efeze 3: 17 en 18)

Dinsdag wandelde ik in de ochtend mijn vaste rondje over de Tiendweg en de Lekdijk. Terwijl ik langs het buurthuis omhoog liep, de dijk op, begon het te sneeuwen. Zachte, witte vlokken vielen uit de hemel naar beneden. Het was guur, de wind was stevig en koud. Maar die sneeuw, o die sneeuw!

Een hemels kleed bedekte het riet, de ganzen, de dijk. In mijn hoofd een paar verdwaalde woorden uit een gedicht van Willem Barnard, over de sneeuw als symbool van reiniging, van vergeving.

Het was stil, op de dijk. En ik heb mij mateloos verwonderd over de stille pracht, het pure, witte licht.

En nu lezen we vandaag een fragment uit een gebed. Want zo begint het. De apostel, Paulus, of een leerling van Paulus, buigt zijn knieën en bidt. Hij schrijft er over aan de gemeente, en zomaar krijg je een inkijkje in iets heel persoonlijks tussen een mens en God. Het gebed.
Het is een intens en krachtig gebed dat hij bidt. Ik stel mij voor dat hij denkt aan die ene man, dat gezin, die ouderling, dat kindje. Hij noemt hun namen bij God en bidt voor hen. Zo bid ik ook voor jullie, zomaar op een ochtend, en ik haal me jullie gezichten voor de geest, en jullie namen, en ik bid God voor onze gemeente, voor jullie. En ik weet dat er onder ons zijn die dat ook doen, bidden voor de gemeente, voor je gezin, je klas.

Twee zinnen uit het gebed til ik er even uit. We horen ze. En ik hoop dat het je brengt tot verwondering. Tot stille dankbaarheid voor wie Jezus is, voor zijn sterke, levende aanwezigheid in je hart en in de kerk.

Laat je niet tegenhouden door de diepe, grote woorden die de apostel spreekt, en die we vandaag horen. Over de Geest, over kracht, over heiligen en over liefde. Schrik er niet voor terug. Laat ze zijn als vlokken sneeuw die vallen in je hart. Over je ziel. Als een zachte aanraking van God zelf.

Het eerste is dit: de apostel bidt dat Jezus zijn intrek neemt in je hart. En het tweede, dat daar nauw mee samenhangt is dit, samen met de gemeente leer je dan iets begrijpen van de liefde van Christus.

Jezus in je hart

Eerder in zijn brief schreef de apostel over de grote wending van het Evangelie. Eerst was je zonder hoop, en zonder God in de wereld. Maar nu… Nu ben je door Jezus Christus heel dichtbij God gekomen!

Het oeroude, christelijke symbool van die wending, is de doop. Eerst was je zonder Christus, maar nu leef je met Hem! En daarom word je overgoten met water, zoals jullie eens gedoopt zijn, en nu je kind laat dopen.

Het water maakt zichtbaar hoe nieuw leven over je uitgegoten wordt. Meer dan enkel water, word een nieuwe werkelijkheid geopend. Alsof de hemel opengaat, als bij de doop van Jezus, en God zegt: Jij, en jij, en jij, je bent mijn geliefde kind.

Het water van de doop spoelt die dingen uit je leven weg, die je hart zo vol maken dat er geen plaats is voor Jezus. Dat gebeurt eens, maar dat gebeurt ook steeds weer opnieuw. Voordat Dora gedoopt wordt, spreken we onze doopgedachtenis uit. We herinneren elkaar aan onze doop, als we gedoopt zijn. Ergens moeten we steeds opnieuw leren om in die werkelijkheid te staan.

Ik denk dat de apostel daar om bidt. Dat jij en ik, dat wij ons steeds opnieuw weer in geloof aan Jezus geven. Heer, hier ben ik. En in die toewijding komt er opnieuw ruimte in je hart, om Jezus te ontvangen. Of is het eerder andersom?

Jezus vestigt zich in je hart. Hij gaat zich settelen, staat er bij wijze van spreken. Hij resideert in je hart, in je leven. Alsof Jezus zoekt naar een plaats in jouw bestaan, en de ruimte die er is voor zichzelf opeist. Op een bepaalde manier overkomt Hij je. Ergens in het samenspel tussen jouw geloof en zijn genade, komt er ruimte in je hart, en neemt Jezus intrek in je leven.

Meer dan dat het een eigen keuze is, is het de grootse goedheid en liefde van Jezus, dat Hij jou opzoekt, en je hart openstelt voor zichzelf.

Verwonder jij je daar weleens over? Ik hoop dat je er vandaag iets van meemaakt, iets van de verwondering. Hoe Jezus intrek neemt in onze levens. Bij jou, bij jou, bij kleine Dora.

Het gebed van de apostel trekt zijn sporen, door de tijd, door de kerk, door de wereld. Jezus, de Eeuwige, de Levende, Hij woont in zomaar een mensje, zomaar een kerk, zomaar een generatie. Wij buigen ons voor Hem, in stille aanbidding.

Samen met alle heiligen

En al die kleine en grote mensen hier verzameld, of op afstand verbonden; omdat Jezus onder ons woont, worden wij heiligen genoemd.
Zomaar worden wij, doodgewone, sterfelijke en onvolmaakte mensen, zomaar worden wij heiligen genoemd. Omdat de Heilige, Jezus Christus, in ons woont. Zijn heiligheid maakt als vanzelf jou heilig. Niet zonder zonde, niet zonder gebrek, maar wel omgeven met het stralende licht van de Heer. In zijn weerglans word jij een ander mens, omdat Hij in je leeft.

De liefde van Christus, hoe kun je die bevatten? Hij is te hoog, te groot voor ons. Als je ook maar denkt het in de vingers te hebben, dan ontglipt het je bijna gelijk. Wie kan zeggen dat hij Jezus door en door kent? Wie zal beweren dat zij God doorgrondt, en begrijpt?

Dat Jezus is gekomen, en ons leven heeft geleefd, en onze dood heeft gedeeld, hoe zal ik dat verstaan? Wat kan ik daarvan bevatten? Het is het mysterie van God, het geheim van het heil. Het wordt ons verteld, wij leven uit dat Evangelie. Zonder Christus was ik zonder hoop, en zonder God in de wereld. Maar de volle onthulling van het geheim dat Jezus Christus is, dat staat nog uit. Daar wachten wij op en daar bidden wij om.

En nu versta je misschien iets van dat innige gebed van de apostel. Dat wij, gemeente van onze Heer, heiligen in Christus Jezus, dat wij samen bevatten wat de breedte, lengte, hoogte en diepte is van de liefde van Christus.

De liefde van Christus is van zo’n ongekende rijkdom, zijn liefde reikt dieper dan het dodenrijk, verder dan de verste zee en hoger dan de hoogste hemel. Maar juist met die liefde komt Christus in ons wonen. De plaats waar Hij verblijft, is aan de rechterhand van zijn Vader. En door zijn heilige Geest ook in ons midden.

Dat is de plek waar Christus wonen wil. Tussen jou en mij, met je struggles en je sores, met je schuld en je schaamte. Met je geloof of je ongeloof. Hier schuift Jezus aan. In je leven, in de kring van onze gemeente. En nu begint het pas. Samen is het ons gegeven iets te bevatten van die liefde. Een hele gemeenschap van heiligen, een hele kerk is er voor nodig, om iets te proeven van Jezus’ liefde. Man en vrouw, kind en grijsaard, single en echtpaar, gebrekkig of gezond. Jij en ik, God geeft het ons dat wij sámen iets ontvangen van de liefde van Christus. Meer nog, van Christus zelf in ons midden.

Tot slot

Is het je te hoog, en te veel? Gaat het aan je voorbij? Voeg je gewoon bij de gemeente. En je zult merken, gaandeweg, hoe iets van de liefde van Jezus tot je doordringt, aan je blijft kleven, in je komt wonen.

Verwonder je op deze dag. Omdat Jezus bij ons is. En in ons woont.
En laat dit ons gebed zijn:
Dat door het geloof Christus zijn huis zal vinden in je hart,
dan zul je samen met alle heiligen bevatten wat de breedte, lengte, hoogte en diepte is van de liefde van Christus.

Efeze 3: 14-21
Zondag 27 januari 2019, 10.00 uur, doopdienst
P.G. de Hoeksteen
Ds. Hanneke Ouwerkerk